De inhoud wordt geladen...
Jetske: ‘Geen ingewikkelder relatie dan die tussen een moeder en een dochter. Dat geldt zeker ook voor mijn moeder en mij. Tot pakweg mijn 20ste was ik een moederskindje, daarna nam de irritatie aan mijn kant hand over hand toe.'
'Irritatie over het feit dat mijn moeder in mijn ogen niets met haar hoogbegaafdheid en haar leven deed. Haar levensdoel leek vooral ‘niks hoeven’ en ‘van niemand last hebben’ te zijn. Al beweerde ze met enige regelmaat spijt te hebben dat ze geen geneeskunde was gaan studeren.'
'Naarmate ik ouder werd, begreep ik beter waarom zij zo was. De depressies en het alcoholisme van haar vader hadden een zware stempel gedrukt op haar tienertijd. Ze was jaren op kousenvoeten door het leven gegaan. Ze durfde niemand mee naar huis te nemen, want vaak zat vader hoorbaar te huilen in zijn studeerkamer.’
Ik begreep dus waar het vandaan kwam, maar dit begrip voorkwam niet dat ze me keer op keer teleurstelde. Nee, ze wilde niet op haar twee kleindochters passen. Dat was te vermoeiend. Nee, ze kon mij niet naar het ziekenhuis chaufferen, want dan kwam ze in de spits terecht. Ook toen mijn vader ongeneeslijk ziek werd, was alles haar teveel en stuurde ze er al snel op aan dat hij in een instelling zou overlijden. Mijn moeder was voor mij vooral een lichtend voorbeeld van hoe ik niet wilde leven…’
Het was lastig door haar sterke verbale vermogen en hoge intelligentie heen te prikken
— Jetske
‘Toen op haar 79ste na een heupbreuk alzheimer bij haar werd geconstateerd, was ik niet verbaasd. Een leven lang op je krent zitten, daar wordt geen mens beter van. Ik had al wel gemerkt dat ze erg vergeetachtig was. Zo was ze een keer letterlijk 10 minuten met haar sleutelbos aan het goochelen omdat ze steeds vergat dat ze die al in haar tas had gedaan.’ Ik heb me er toen kapot aan geërgerd.
‘Omdat mijn moeder alleen woonde werd zij vrij snel opgenomen in een verpleeghuis. Hoewel ik me uiteraard realiseerde dat haar iets ernstigs mankeerde en zij in toenemende mate ontoerekeningsvatbaar was voor haar gedrag, bleef de ergernis. Ook ik heb een acceptatieproces door moeten maken. Het was lastig door haar sterke verbale vermogen en hoge intelligentie heen te prikken. Zoals ze altijd al goed was in doen alsof haar neus bloedde, zo was ze nu briljant in het verbloemen van haar aandoening.’
Steeds vaker maakt ze zinnen waar ik geen touw aan vast kan knopen
— Jetske
‘Ruim drie jaar lang bleef ze min of meer stabiel. Totdat drie keer achter elkaar viel en daarbij haar hoofd bezeerde. Sindsdien nam haar onrust toe en haar verbaliteit af. Steeds vaker maakt ze zinnen waar ik geen touw aan vast kan knopen. Soms vraagt ze zich wat angstig af waar ze moet slapen, want ze heeft ‘geen woning in dit pand’. Door de bijwerkingen van haar medicatie heeft ze geen controle over haar ontlasting. Ik luister geduldig, stel gerust, knik begripvol, poets billen. Eindelijk kan ik haar zien als het kwetsbare hoopje mens dat ze is. Mijn ergernis is weg. Net als mijn moeder.’
‘Vele jaren vroeg ik mij af wat ik in godsnaam over haar moest zeggen als ze er ineens niet meer zou zijn. Anders dan dat zij doorgaans opgewekt is en weinig van anderen verwacht, wist ik niks aardigs te bedenken. En daar geneerde ik mij voor.’
‘Nu mijn moeder mijn moeder niet meer is, zie ik pas wat ze mij meegaf: haar grote interesse in gezondheid en psychologie die mij de afgelopen jaren tot een tweede loopbaan als complementair therapeut en coach bewoog. Een stap die mij veel voldoening geeft en met dankbaarheid vervult. Het is goed zo.’