De inhoud wordt geladen...
Ze staan in de Van Dale: dement en dementeren. Fout zijn ze taalkundig niet, maar het gebruik van deze woorden, en hun afgeleide termen, kwetst mensen die de ziekte hebben.
de·men·tie, de·men·tie (de; v) 1(psychologie) geestelijke aftakeling, m.n. door ouderdom
de·ment (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1lijdend aan dementie
de·men·te·ren (dementeerde, is gedementeerd) 1dement worden
Zelfs ons belangrijkste woordenboek vindt dat iemand dementeert, dementeerde en is gedementeerd. Dementeren betekent dement worden en dement betekent dat je lijdt aan dementie. Dat laatste klopt: iemand lijdt aan dementie. Maar ben je dan de ziekte? Ben je dement of dementerend?
Gerjoke Wilmink, directeur/bestuurder van Alzheimer Nederland doet een oproep:
‘Namens mensen met dementie en hun dierbaren hebben wij een dringend verzoek: spreek niet meer over dementerenden of dementen. Je hébt de ziekte dementie, je bent het niet. Net als bij andere ziektes.’
In een blog op dementievandaag.blogspot.com beschrijft Monika Eberhart een mooi voorbeeld. In haar blog vergelijkt ze de ziekte dementie met de ziekte kanker. In een verzonnen, maar realistisch voorbeeld laat ze een verzorgende liefkozend zeggen dat ‘dementerende oudjes de leukste mensen zijn om mee te werken’. Daarnaast laat zij dezelfde verzorgster tegen een vriendin zeggen: ‘Wat erg dat je moeder kankerend is!’ Het maakt in twee zinnen duidelijk waar het om gaat: respectvol aanspreken.
Alzheimer Nederland zal nooit spreken over dementerende of demente mensen en we hopen dat iedereen dit voorbeeld gaat volgen.
Foto: Jan Peter Fiering