De inhoud wordt geladen...
Door te gapen, je ogen te wrijven, zeggen dat je naar bed wil. Werk er langzaam naartoe door het avondritueel al te starten. Je kunt lampen uitzetten of dimmen. De gordijnen dichtdoen – eigenlijk alles wat je altijd doet voor je gaat slapen. Betrek de ander daar ook bij.
Praat niet over morgen. Als je nu al begint over morgenochtend is de ander sneller in de war. Is het al ochtend dan? We gingen toch slapen?
Lees een boek. Of lees een boek voor. Lukt dat niet, dan kun je ook proberen of rustige muziek helpt.
Laat de ander voor het slapen gaan geen zoete dingen eten, geen koffie drinken en zeker geen alcohol. Suiker, cafeïne en alcohol kunnen ervoor zorgen dat je minder goed in slaap valt en minder diep slaapt.
Zorg dat de ander naar het toilet is geweest voor het naar bed gaan.
Zijn er geluiden buiten waar je geen invloed op hebt? Probeer eens of een zacht achtergrondgeluid helpt. Bijvoorbeeld het zachte gezoem van een ventilator.
Een lampje met een bewegend patroon kan rust geven. Geen discolamp, maar bijvoorbeeld een lavalamp. Het repeterende beeld geeft rust. Let er wel op dat dit beeld je naaste niet angstig maakt. Kijk ook eens op de Hulpmiddelenwijzer van Vilans.
Zorg voor genoeg beweging overdag. Van bewegen word je lichamelijk moe. Daardoor slaap je beter. Lees ook: 'Activiteiten in en om het huis voor mensen met dementie'
Zet een (klein) lampje aan. Als je dementie hebt, weet je soms niet meer waar je bent. Een klein lampje helpt ook om de weg naar het toilet te vinden.
Soms kan een verzwaringsdeken helpen. Dat is een deken die meer op het lichaam drukt dan een gewoon dekbed. Het geeft een veilig gevoel.
Desnoods met een daglichtlamp. ’s Avonds is het beter om het iets donkerder te maken.
Melatonine kun je zonder recept kopen, maar wees daar ook voorzichtig mee. Zeker in combinatie met andere medicijnen. Wil je het proberen, vraag dan advies aan de huisarts.