De inhoud wordt geladen...
Na twee jaar ziekte stopt meestal je recht op loon of ziektewet. Je kunt dan een WIA-uitkering aanvragen. De WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) regelt uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid.
Het UWV stuurt jou in week 88 van je ziekte een aanvraagformulier voor de WIA. Deze aanvraag moet je binnen drie weken terugsturen. Laat deze dus niet liggen!
Het is verstandig om, voordat je de aanvraag terugstuurt, deze met je bedrijfsarts te bespreken. Je weet dan zeker dat er geen misverstanden kunnen ontstaan. De verzekeringsarts (keuringsarts) heeft dan alle informatie die nodig is om je aanvraag te kunnen beoordelen.
De verzekeringsarts van het UWV beoordeelt je vermogen om nog te kunnen werken. Hier ben je met je bedrijfsarts en werkgever al veel mee bezig geweest in de afgelopen twee jaar.
Een werkgever heeft een inspanningsverplichting. Dit betekent dat hij samen met jou alles moet doen wat mogelijk is om je aan het werk te houden. Er is géén resultaatverplichting. Lukt het echt niet, dan is dat zo.
Soms is het voordat de twee jaar om zijn al duidelijk dat je niet meer kunt werken. In dat geval kunnen de bedrijfsarts en je werkgever voorstellen om al eerder een IVA-uitkering aan te vragen. Dit is de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten. Je leest hier meer over onder het kopje ‘Twee soorten uitkeringen’.
Je werkgever en bedrijfsarts kunnen je niet verplichten om een IVA-uitkering aan te vragen. Jij moet dan wel aantonen dat je echt nog kunt werken. En dat dat nuttig is voor het bedrijf. Overleg samen wat het beste is, ook financieel. Een vervroegde IVA-uitkering kan je rust geven. Je hebt ook kans op een hogere IVA-uitkering. Omdat je loon in het eerste jaar van je ziekte hoger is dan in het tweede jaar.
Jij bent de persoon die de vervroegde keuring aan moet vragen. Als je dit wilt, dan kun je dit doen tussen de 3e en 68e week van je ziekte. Je werkgever kan dit niet voor je aanvragen.
De WIA regelt dus je inkomen als je arbeidsongeschikt bent en geen loon meer krijgt van je werkgever. Binnen de WIA zijn er twee soorten uitkering mogelijk:
Bij dementie krijg je meestal een IVA-uitkering. De verschillende uitkeringen hebben hun eigen regels. Laat je daarom goed informeren en adviseren.
Voor het berekenen van de hoogte van je IVA-uitkering kijkt het UWV naar je sociale verzekeringsloon (sv-loon). Dit is het totale loon waarover je belasting en sociale premies hebt betaald. Het UWV gaat uit van het sv-loon in het jaar vóór je officieel ziek werd. Dat totale jaarloon delen ze door 12. Dan krijg je jouw WIA-maandloon. Aan dit maandloon zit een wettelijk maximum. Verdiende je meer? Dan wordt je WIA-maandloon gebaseerd op dit wettelijke maximum dagloon.
Een IVA-uitkering is altijd minimaal 75 procent van je WIA-maandloon. Dit percentage blijft gelijk zodat jij financiële zekerheid hebt. Het gaat om een bruto uitkering waarover je normaal belasting betaalt.
Met dementie kun je erop rekenen dat je deze uitkering houdt tot je AOW krijgt.
Met een IVA-uitkering bouw je normaal vakantiegeld op. Het UWV betaalt dit één keer per jaar uit, in de maand mei.
Je bouwt met een IVA-uitkering géén pensioen op. Het kan wel zijn dat je recht hebt op een aanvulling via een pensioenverzekering (arbeidsongeschiktheidspensioen). Vraag dit na bij je werkgever en pensioenfonds.
Je mag niet onder het bestaansminimum uitkomen. De Toeslagenwet kent daarom allemaal regelingen die ervoor zorgen dat je uiteindelijk genoeg inkomsten hebt. Zit je boven het bestaansminimum? Ook dan kun je bijvoorbeeld recht hebben op een extra vergoeding voor ziektekosten (tegemoetkoming arbeidsongeschikten).
Disclaimer: Je kunt aan de inhoud van dit artikel geen rechten ontlenen. Werk en dementie kent ingewikkelde wetten en regels. Laat je dus altijd goed informeren en adviseren. Hiervoor kun je terecht bij een arbeidsrechtadvocaat, je rechtsbijstandverzekering of een juridisch loket in jouw regio.
